Onderzoek wie de klant achter een rekeningnummer is bij Rabobank
Een interview met twee CDD experts
In deze speciale podcast praat Johan Schaap met Marieke Dral en Maurits Gerlof van Rabobank over Customer Due Dilligence (CDD); het vakgebied waarbij we de klant achter het rekeningnummer in kaart brengen. We nemen je mee in wat CDD precies is, waarom het belangrijk is en hoe CDD'ers dagelijks werken aan het beter leren kennen van de klant.
In dit vakgebied komen de termen Customer Due Diligence en Know Your Customer vaak voorbij. Wat houden deze termen precies in?
Marieke: ‘Bij Rabobank hebben wij het over CDD-onderzoek, in de financiële toezichtwetgeving staat dit omschreven als ‘Know Your Customer’-verplichtingen. Het zijn dus twee verschillende termen voor hetzelfde onderzoek. Customer Due Diligence staat voor onderzoek naar de integriteit van je cliënt. Know Your Customer houdt in dat je je klant goed moet kennen. Ik werk zelf met klanten met een complexe bedrijfsstructuur, waarbij ik inzichtelijk probeer te maken waar de geldstromen vandaan komen en hoe ze lopen. Deze transparantie is voor de bank – en de wetgever – erg belangrijk.’
CDD is heel actueel geworden. Vanuit de wetgeving hebben jullie een poortwachtersfunctie.
Maurits: ‘Het is inderdaad zo dat de wetgeving zich heel snel heeft ontwikkeld de afgelopen tijd en dat banken daarop moeten acteren. De wetgever zegt dat bij een hoger risico, diepgaander onderzoek noodzakelijk is. Wij beginnen zo’n onderzoek met onze speciaal hiervoor ontwikkelde, prijswinnende tool: de Risico Detectie Toets. Hiermee kan een accountmanager zelf al een redelijke inschatting maken of dit een reguliere klant is of dat hier mogelijk sprake is van een risico dat we verder moeten onderzoeken. De dossiers waarbij twijfel is, komen dan naar ons toe. Het gaat veelal over grotere, internationaal opererende partijen.’
Hoe ziet een werkdag van een CDD’er eruit?
Maurits: ‘Als CDD-analist kun je je dag zelf indelen. We beginnen vaak met teamoverleg en daarna heb je afspraken met klanten of volg je een training. De rest van je tijd werk je aan jouw dossiers.’
Marieke: ‘Bij een dossier begin je met het in kaart brengen van een structuur. Waar zitten alle bedrijven, hoeveel zijn het er, wat doen ze precies? Daarna kijk je welke transacties er plaatsvinden en doe je openbaar bronnenonderzoek. Het uiteindelijke doel is om erachter te komen wie de ‘ultimate beneficial owner’ is, de uiteindelijk belanghebbende.’
Maurits: ‘Het is een heel interessant specialisme, vooral gezien die vele ontwikkelingen van dit moment op het gebied van bijvoorbeeld witwassen en terrorismefinanciering. Het is belangrijk dat je het vaknieuws bijhoudt. De buitenwereld verandert continu: bedrijven zitten niet stil, belastingverdragen veranderen en sanctielijsten worden aangepast. Dat maakt CDD heel dynamisch.’

Marieke: ‘Om dit werk te kunnen doen, zijn een juridische achtergrond en kennis van de financiële wereld zeker handig, maar het zijn geen harde eisen. Analytisch vermogen, communicatieve vaardigheden en probleemoplossend vermogen zijn minstens zo belangrijk. Het is een functie waarin je jezelf kunt blijven ontwikkelen. Je begint als CDD-analist, maar er zijn talloze mogelijkheden om jezelf verder te specialiseren. Je kunt bijvoorbeeld een opleiding volgen tot Compliance Officer of je specialiseren op het gebied van witwassen.’
Maurits: ‘Om dit werk te doen, denk ik dat het belangrijk is dat je wil weten hoe dingen zijn. Dat je van nature nieuwsgierig bent. Het gaat bij ons niet om boeven vangen, maar om het oplossen van de puzzel.’
Wat weegt er mee bij de beslissing om te gaan werken voor Rabobank?
Maurits: ‘Naast alle kansen die je krijgt om jezelf te ontwikkelen, is het voor mij persoonlijk ook prettig te werken voor een bank die zich inzet om goed te doen voor de maatschappij.’
Marieke: ‘Wat voor mij meetelde, is het coöperatieve en maatschappelijke karakter van de bank. Dat dat komt in alles terug. Niet alleen in het internationaal steunen van goede doelen of de Rabobank Foundation, die zich inzet voor kleine boeren in ontwikkelingslanden, maar ook in het regionaal ondersteunen van ondernemers. Je verricht het onderzoek niet afstandelijk, je staat echt naast de klant.’